Het is de tijd van het jaar dat ik steevast door de mand val. Ze vliegen de tuin in en uit en ik hoor het mijzelf weer roepen: Kijk een pimpelmees! Of is dat toch een koolmees? Daarna neem ik me voor het meteen uit te zoeken en raak ik afgeleid. Voordat ik het weet sta ik een jaar later weer bij het raam en roep: Kijk, een pimpelmees! Of is dat toch een koolmees?
Mijn goede voornemen is om dat nu voor eens en voor altijd op te helderen. Als jij ze ook door elkaar haalt: dat is niet gek. Volgens de Vogelbescherming trekken de winterkoolmezen en pimpelmezen met elkaar op. Veel veiliger. Twintig paar kraaloogjes zien die scherpe klauwen van een roofvogel een stuk sneller dan één. Verwarrender voor ons, want ze lijken erg op elkaar. Of misschien toch niet?
Koolmees
Een koolmees herken je aan een zwart petje met een matching stropdas. Nog makkelijker te onthouden is dat een koolmees heeft een kop zo zwart als kool. Het zijn forse mezen die rond rommelen op de grond. Ze plukken en rukken gevallen natte bladeren opzij om er nootjes en kleine beestjes onder vandaan te halen. Die nemen ze dan mee naar een veilige tak om ze daar rustig te verorberen.
Pimpelmees
Een pimpelmees heeft een blauwe helm. Als je door je oogharen kijkt zijn de veren licht pimpelpaars. Deze mezen zijn wat kleiner en lichter en zitten in de toppen van bomen. Ze hangen ondersteboven aan doorbuigende twijgen om hun nootjes en beestjes te pakken te krijgen. Als ze ruzie hebben zetten ze hun kleine, lichtblauwe kruinveertjes overeind; dan lijken ze tenminste wat groter.
Bron: https://www.vogelbescherming.nl/tuinvogeltelling/herkenningstips
