Druk poetst Kardinaalsmuts zijn mantel op. Het roze was een beetje dof geworden van al dat bladafval. Gisteren in de regen glom het mooi, maar nu moet hij extra zijn best doen. Het moet nog meer glimmen dan in de vorige maand. Want deze maand moet hij op zijn december-best zijn.
In de natuur vind je deze maand nog een heilig hoofddeksel. In het bos kun je de Kardinaalsmuts vinden. Hij is er al een tijdje, maar nu de bomen kaal zijn zie je hem pas echt goed. De opvallende roze-oranje vruchten lijken op miniatuur pompoentjes waar Assepoester zo in weg kan rijden. Hun naam danken ze aan de gelijkenis met de mijter van een kardinaal.
Als je goed kijkt zie je dat de bes vier- of vijf kamers heeft. In het oranje deel zitten de zaden. Je kunt ze rijgen tot een mooie kardinaalsketting, maar wist je dat ze vroeger ook een andere naam hadden? ‘Luizenbessen, ze werden gebakken en verpulverd en door de luizenmoeders van toen ingezet bij de luizenstrijd.
Het hout van kardinaalsmuts is hard en sterk. Het wordt gebruikt voor de meest uiteenlopende producten, zoals houtskool voor kunstenaars, breinaalden en muziekinstrumenten. In het Engels heet de kardinaalsmuts ‘spindle tree’. Vroeger werden er namelijk spindels voor spinnenwielen uit gesneden.
De kardinaalsmuts ziet superaantrekkelijk uit maar pas op: hij is giftig voor mensen! Kijken mag, maar aanraken niet. Sommige dieren en vogels zijn er echter dol op. Het konijn is gek op de bast van de kardinaalsmuts.